Bosschenaar naast Garibaldi

Over leven en werk van Jacob Moleschott (1822-1893)

Mocht u deze zomer het Sardijnse Sassari aandoen, dan is de kans groot dat u door de Via Jacoppo Moleschott gaat. Weet dan dat deze Moleschott Bosschenaar van geboorte is. Hij is de enige Bosschenaar die een straatnaam heeft in Italië. Ongetwijfeld heeft ook geen Bosschenaar het zover gebracht dat er een biografie aan hem is gewijd. ‘Il medico materialista, vita e pensiero di Jakob Moleschott’ luidt de titel. Jacob Moleschott en zijn leven en werk zijn nauw verweven met de Italiaanse eenwording in de periode 1860-1870. Hij heeft trouwens veel meer gedaan voor Italië, de wetenschap en de emancipatie van de onderdrukten. Tijd dat deze grote wetenschapper en creatieve geest geëerd wordt in zijn eigen stad.

Jacob Moleschott wordt in 1822 in ’s-Hertogenbosch geboren als de zoon van Gabriël Moleschott en Elizabeth Antonetta van der Monde. Het gezin woont Achter het stadhuis. Vader is arts, een geziene man in ’s-Hertogenbosch en atheist. Hij is aanhanger van de filosoof Feuerbach (1804-1872) die stelt dat ‘God een projectie van de mens is’. Godsdienst is illusie in de visie van Feuerbach. Vader Moleschott neemt het over.
In de opvoeding van zijn kinderen besteedt hij veel aandacht aan de ontwikkeling van een zelfstandige en verantwoordelijke persoonlijkheid. En daar doet zijn vrouw aan mee. Ze is beleidend katholiek, maar ze is wars van irrationeel geloof. En dat betekent toch wel wat in het ’s-Hertogenbosch van het begin van de negentiende eeuw. De stad is dan vol roomse dweperigheid.
De begaafde Jacob Moleschott volgt de Franse school in ’s-Hertogenbosch, gelegen Achter ’t Wild varken. Daarna volgt hij de Latijnse school in Boxtel en heeft een gelukkige jeugd in de oude hertogstad. Hij zal er nog regelmatig terugkeren en spreekt en schrijft vol liefde over zijn geboortestad.

‘Geen overtollig geloof’

In 1842 gaat Moleschott in Heidelberg geneeskunde studeren. Hier groeit zijn overtuiging, dat aan de basis van de geneeskunde scheikunde, mechanica en anatomie, veel meer dan speculatieve natuurfilosofie en helemaal anders dan het ‘overtollig geloof in wonderen’. Zo legt Moleschott mede de basis voor de moderne geneeskunde. Tussen 1845 en 1847 is Moleschott in Utrecht als arts werkzaam. Daarna doceert hij van 1847 tot 1854 te Heidelberg, waar hij vanwege zijn materialistische denkbeelden wordt ontslagen. In 1856 wordt hij hoogleraar in de fysiologie te Zürich, daarna in Turijn (1861), en vanaf 1879 te Rome.
In 1876 wordt hij er senator in het Italiaanse parlement, in welke functie hij sterk opvalt door zijn voortdurende pleidooi voor onafhankelijk denken. Hij neemt het op voor de door misoogsten en aardappelziektes geplaagde paupers op het Italiaanse platteland.

‘Goede oude wijn’

Vanuit zijn materialistische visie schrijft hij in 1850 ‘Leer der voedingsmiddelen voor het volk’. Hierin verwerpt hij de gedachte dat de geest los van het lichaam functioneert. Hij geeft praktische voedingstips voor specifieke groepen mensen. Zo legt hij diëten voor aan filosofen en kunstenaars. Bejaardenhuizen zouden elke dag ‘goede oude wijn’ moeten schenken. Armen zouden gezonder worden en beter gaan denken als zij meer erwten en bonen konden eten, en meer ‘roggebrood met vleesch’. Een verbod op bier en sterke drank, zoals sommige socialisten voorstelden, zag Moleschott niet zitten: alcohol stimuleert volgens hem het verbrandingsproces en verkleint de eetlust.
De bekende uitspraak "Der Mensch ist was er iszt" is niet afkomstig van een Duitse filosoof of diëtist, maar van Jacob Moleschott.

Vader van de neurologie

Moleschotts beroemdste uitspraak is echter ongetwijfeld: Ohne Phosphor keine Gedanke’, waarmee hij wil zeggen dat de menselijke geest niet los staat van de materie maar verankerd is in de hersenen. Het brein staat niet los van het lichaam, het denken is evengoed afhankelijk van de juiste stoffen (zoals fosfor). Vrije wil, moraal, eigen verantwoordelijkheid, geheugen, taal: ze zitten verstopt in de grijze massa van onze hersenen. Maar waar? Wat valt er aan cognitieve processen te meten? En hoe moeten we dat interpreteren? Vandaag de dag zijn dit nog steeds actuele vragen voor wetenschappelijk onderzoek naar het functioneren van onze hersenen. Met de erkenning dat
biochemische processen in onze hersenen van vitaal belang zijn legt Moleschott de basis voor de moderne neurologie.

Vrijdenkersbeweging

Met een gevulde maag is het goed denken, en daarvoor moesten mensen ook alle vrijheid krijgen. Moleschott is in 1880 betrokken bij de oprichting van de World Union of Freethinkers. Vrij denken betekende voor Moleschott niet de vrijheid om alles te zeggen wat je wilt. In de Italiaanse Senaat voerde hij het woord namens een antiklerikale partij die zich afkeerde van de zedenpredikerij van de rooms-katholieke kerk. Maar vrij denken betekende in zijn opvatting ook dat ieder mens het recht moest hebben op eigen religieuze overtuigingen. Vrijheid betekent in de opvatting van Moleschott evenmin dat de overheid zich nergens mee moet bemoeien. De overheid heeft juist tot taak de materiele voorwaarden te scheppen waardoor mensen vrij kunnen worden. Met deze opvatting van vrijheid legde Moleschott een voedingsbodem voor het socialisme in Italië en Nederland.
Dit blijkt ook uit een redevoering die Moleschott hield in de Italiaanse Senaat, naar aanleiding van een voorstel om voor de gemeenteraden kiesrecht voor vrouwen in te voeren. Dit kiesrecht kwam er niet - Italië kreeg pas in 1945 vrouwenkiesrecht. Maar deze redevoering werd in 1889 wel gepubliceerd in het Nederlandse blad De Dageraad. Deze tekst was een hart onder de riem voor socialisten als Domela Nieuwenhuis die eveneens streden voor algemeen kiesrecht, een recht dat vrouwen in Nederland pas in 1919 kregen. De redevoering van Moleschott, waarvan enkele citaten zijn afgedrukt, geeft bovendien een inkijkje in de opvattingen over vrouwen zoals die aan het einde van de negentiende eeuw leefden en de idealen die socialisten daar tegenover stelden.

Campo di fiore

Wie Rome bezoekt, doet ook de Campo de Fiore aan, dat mooie, schilderachtige plein in de oude binnenstad. Midden op het plein staat een standbeeld van de dominicaanse monnik en ketter Giordano Bruno (1548-1600).
Bruno was een Italiaanse filosoof, priester, vrijdenker en kosmoloog. Hij bleek een bijzonder goed geheugen te hebben en schreef enkele boeken over mnemotechniek, de kunst van het onthouden. Bruno werd naar Rome ontboden om zijn geheugenkunsten aan de paus te vertonen. Die toonde nog vooral interesse, maar was ook uiterst waakzaam. Want, Bruno had meer bijzondere opvattingen, die niet strookten met de officiële leer van de kerk. Zo ontpopte hij zich tot aanhanger van Copernicus en radicaal Renaissance-denker. Bruno kwam als eerste met het idee van een oneindig heelal, met de zon als een ster tussen de andere die ook planeten hebben.
Hij werd als ketter in 1600 door de Inquisitie in Rome tot de brandstapel veroordeeld. Voor ‘vrijdenkers’ en andere progressieve geesten in de 19e eeuw was hij een martelaar voor de vrije gedachte.
Terug naar Leo XIII. Hij had het vooral gemunt op Jacob Moleschott, geboren Bosschenaar, filosoof, vrijdenker, sociaal-geneeskundige, natuurwetenschapper, grondlegger moderne neurologie, fysioloog, hoogleraar, parlementariër in Italië en vooral heel creatief. Zo schreef hij een van de eerste boeken over voedingsleer voor ‘de gewone man’. Hij stond in 1861 met anderen aan de basis van een beweging die als eerste in Europa pleitte voor crematie als alternatief voor begraven. Toen, een revolutionair idee, inmiddels gemeengoed.
Ik daag alle vooruitstrevende inwoners van onze stad uit de vergeten Bosschenaar, Jacob Moleschott, eens blijvend in het zonnetje te zetten. Dat past ook wel bij het imago van ‘de creatieve stad’.


Frans van Gaal, 7 april 2012